Lied op het licht

De zon klimt stralend in het oosten

Op deze koude lentedag

Haar felle stralen prikken in mijn ogen

Er rolt een traan, er klinkt een lach.


Als op die morgen in de graftuin

Na nacht scheen daar een helder licht

Het licht der wereld kwam tot leven

En scheen het volk recht in ‘t gezicht.


Mijn licht, mijn heil, dat is de Here

Waarvoor is er nog angst in mij?

Ik wandel in het licht met Jezus

En het donk’re dal ligt achter mij.


De dag breekt aan vanuit het oosten

als op de eerste scheppingsdag

De vogels zingen opgetogen

Bedankt, Heer, dat ik leven mag!

Jezelf

Ik had nooit goed geleerd
Wat ik wil voor mezelf.
Wat ik kan, wat ik ga, wat ik zal.
Dus het kostte me tijd
Dertig jaar, denk ik wel,
Tot ik wist wie ik ben, wat ik kan.

Vanzelf gaat het nooit
En na iedere bocht
Zijn er hobbels, ravijnen en mist.
Maar ik kijk naar mezelf
En zeg: weet je het nog
Je bent sterker dan je toen wist.

Zelfs al hapert je lijf
Ben je elke dag moe
Weet de dokter niet wat hij moet doen
In jezelf ben je sterk
In je hart zit je kracht
En je bent zoveel verder dan toen.